|
Tips |
- Steeds eerst het oliepeil nazien bij draaiende motor.
- Bij automaten met kabelsturing de afstelling nazien:
- teveel spanning = laat en brutaal schakelen
- te weinig spanning = vroeg en slippend schakelen.
- Bij automaten met onderdruk, leidingen en onderdrukventiel controleren. Bij een defect aan het ventiel bestaat de mogelijkheid dat de olie uit de automaat wordt gezogen.
- Bij automaten met electronische sturing, letten op een goede massaverbinding en zorgen dat de aansluitingen vochtvrij en goed aan elkaar bevestigd zijn.
- Bij electronisch aangestuurde automaten moet steeds eerst de wagenelectronica uitgelezen worden op foutcodes omdat deze systemen de transmissie zeer sterk beinvloeden (motor,ESP,ABS,A/C,etc.)
| |
|